woensdag 24 april 2024

Björn Rzoska: voorstelling boek

Gisteravond woonde ik de voorstelling in het ADVN in Antwerpen bij van het boek dat politicus Björn Rzoska, onder de titel Gedeelde grond (uitgeverij Ertsberg), over zijn beide grootvaders schreef. Een goede 85 belangstellenden, vrienden en kennissen woonden de interessante vernissage bij. Het is een boek waarbij Dichtung und Wahrheit beide aan bod komen. 

Schrijver stak zijn verbijstering niet onder stoelen of banken toen hij geconfronteerd werd met de waarheid. De ene grootvader was een Oostfronter en diste bij leven allerlei verhaaltjes op, die achteraf niet bleken te kloppen. Hij was in de eerste plaats een nationaalsocialist zonder enige connectie met de Vlaamse Beweging. Integendeel: voor de oorlog was hij lid van Rex en tijdens de bezetting van de Algemene-SS-Vlaanderen. Zijn andere grootvader was helemaal niet die Poolse vrijheidsstrijder voor wie hij zich uitgaf. Als katholiek en gewezen seminarist wilde hij uit schrik voor het communisme niet meer in Polen blijven wonen. Militair was hij nooit geweest. Uit puur levensbehoud kwam hij in België terecht, waar hij
integreerde en een gezin stichtte.

Het was in ieder geval een leerzame avond. De receptie achteraf moest ik echter voortijdig verlaten, gezien ik de laatste trein naar Kortrijk diende te halen.

zondag 7 april 2024

Huldeschrift Wils 95

Zopas verscheen het eerste nummer van de jaargang 2024 van het tijdschrift Wetenschappelijke Tijdingen. Het nummer is geheel gewijd aan leven en werk van de gewezen Leuvense hoogleraar Lode Wils die 95 jaar geworden is. We mogen gerust gewag maken van een "Huldeschrift Wils 95". Het speciale nummer telt immers meer dan 200 bladzijden en is verzorgd uitgebracht met tal van illustraties.

Zoals dat hoort in een feestnummer wordt de gehuldigde, hier Lode Wils, met veel toeters en bellen toegejuicht. Hoofdredacteur Bruno de Wever noemt hem zelfs de "zonder enige twijfel belangrijkste en meest invloedrijke historicus over de geschiedenis van de Vlaamse Beweging". In hun bijdragen bevestigen acolieten als Louis Vos, Lieve Gevers, Antoon Vrints en anderen dat beeld. Nu op zijn minst vind ik dat historici als Hendrik Jozef Elias en Karel van Isacker evenveel lof verdienen. Andere artikels zijn onder meer van de hand van Nico van Campenhout, Jos Verdoodt, Luc Vandeweyer en Chantal Kesteloot, die er zelfs in slaagt een Franstalig artikel in het Tijdschrift over de Geschiedenis van de Vlaamse Beweging gepubliceerd te krijgen. Niet voor niets pleit medewerker Vrints voor een betere kennis van de tweede landstaal "om de 'bondstrouw' in België te herwaarderen". Iedereen zijn gedacht, zullen we maar zeggen.

Zelf had ik diverse ontmoetingen met Lode Wils en eenmaal heb ik hem uitvoerig geïnterviewd (Tekos, 1995, nr.76, p. 21-28). Ik leerde hem kennen als een fair man die voor eenieder tijd vrij maakte om over boeken en geschiedenis te spreken. Zijn meningen stak hij nooit onder stoelen of banken. Zo hoor ik hem nog zeggen, als slot van een van zijn toespraken in een aula in Leuven: "Als ooit Bart de Wever aan de macht komt dan krijgen we hier Joegoslavische toestanden" (vrij geciteerd). 

Als je met Wils sprak over Vlaams-nationalisme of afvallige katholieken dat wist je bij voorbaat, dat je niet op zijn goedkeuring hoefde te rekenen. Enkel België en de katholieke partij vonden in zijn ogen genade. Dat mocht ik ondervinden toen ik mijn biografieën over Hendrik Jozef Elias en Leo Vindevogel, respectievelijk in 2005 en 2013 publiceerde. Ze werden door professor Wils uitvoerig in WT besproken. Ik mocht rekenen op zijn waardering voor het vele werk maar beide boeken vonden geen genade in zijn ogen. Ik schreef/schrijf nu eenmaal over figuren die in zijn visie geen plaats kregen. Wat niet wegneemt dat ik steeds met veel interesse zijn boeken en artikels las, al viel hij de laatste tijd nogal eens in herhaling. Iedere ontmoeting met hem was een festijn voor de geest met al of niet een sarcastisch intermezzo. 

Het feestnummer bevat uiteraard ook heel wat lezenswaardige passages die de huidige tijdsgeest zullen overleven, en stof zullen bieden voor zijn latere biografie.

zondag 31 maart 2024

Nieuwsbericht biografie Staf de Clercq

Vandaag ben ik begonnen met de werkzaamheden aan het 32ste hoofdstuk van mijn Staf de Clercq-biografie-in-wording. Hierna volgen nog twee hoofdstukken en dan zit het werk erop. Maar niet te vroeg gejuicht. Inleiding, dankwoord, besluit, bibliografie en register dienen nog geschreven of opgesteld te worden. En uiteraard volgen er nog drukproeven in diverse stadia. De vormgeving van de twee boekdelen zal door mijn echtgenote gedaan worden.

Tussendoor zal ik een pauze inlassen. Nee, niet om in mijn luie zetel te zitten lezen of naar thrillers of westerns te kijken maar wel
om de uitgave van het Oostfront-dagboek van 'commandant' Jef François in boekvorm te gieten. Dat werk zal mij wellicht zo'n drie maanden bezighouden. Ik hoop dan vanaf september terug aan de slag te kunnen met Staf. In de biografie zullen trouwens heel wat nieuwe feiten aangekaart worden.

De hier bijgevoegde illustratie is een Brits pamflet dat in de zomer van 1942 boven de Duitse troepen in Noord-Afrika afgeworpen werd. Het heeft een hele weg afgelegd eer het in mijn bezit kwam.

donderdag 22 februari 2024

Terreurbombardement op Pforzheim: 23 februari 1945

De ruïnestad in de zomer van 1946
Tot einde februari 1945 was de Zuid-Duitse stad Pforzheim, ongeveer tien keer kleiner dan Dresden, gevrijwaard van geallieerde bombardementen. Op militair vlak had de stad geen enkele waarde. Het mooie toeristische Pforzheim had ook niets wat het bombarderen waard was, en stond bekend omwille van haar ambachtelijke uurwerk- en porseleinnijverheid. Het centrum bestond in hoofdzaak uit vakwerkhuizen opgetrokken in hout. Luchtafweer was er in en rond de stad dan ook niet aanwezig.


Midden februari nam het commando van de Britse RAF het besluit om Pforzheim met brandbommen met de grond gelijk te maken. De operatie kreeg de deknaam 'Yellowfin', de verantwoordelijke Britse officier was een fervente hobbyvisser. In de nacht van 23 februari markeerden Mosquito-vliegtuigen eerst met lichtkaarsen het te bombarderen doelgebied. Daarna braakten 400 bombardementsvliegtuigen hun dodelijke lading uit. Binnen het tijdsbestek van 22 minuten was 83 % van het stadsgebied compleet verwoest - het hoogste cijfer tijdens een enkel bombardement op Duits grondgebied. Meer dan 20.000 burgers, haast uitsluitend vrouwen, kinderen en oude mensen, stierven tijdens dit terreurbombardement een gruwelijke vuurdood. Sommigen liepen als brandende toortsen rond, duizenden stierven in hun kelders de verstikkingsdood of verpulverden letterlijk. Al het voorradige water verdampte in een mum van tijd. Nogmaals duizenden liepen ernstige brandwonden op en stierven een uiterst pijnlijke dood.
Pforzheim rond 1967

Nadien werd de vernietiging van Pforzheim dikwijls vergeleken met de verwoesting van Hiroshima, en werd de Duitse stad wel eens mini-Hiroshima genoemd; zonder de radioactieve stralingen uiteraard. Beide steden hadden geen militaire betekenis maar bestonden grotendeels uit houten huizen, zodat een maximale graad aan verwoesting bereikt werd.

Na de oorlog werd een nieuw maar lelijker Pforzheim gebouwd, vooral bestaande uit wansmakelijke betonconstructies. De vakwerkhuizen verdwenen uit het stadsbeeld. Slecht hier en daar werd een historisch gebouw gerenoveerd of herbouwd. Het enige

Dezelfde straat in 1938 en in 1946

bombardement op Pforzheim eiste meer slachtoffers dan alle V-bommen samen, die op Belgische en Engelse bodem terecht kwamen.

maandag 12 februari 2024

Bizar: Amerikaanse en Duitse soldaten samen tegen de Waffen-SS

Na de oorlog dankte de directeur van de Weense Hofreitschule persoonlijk de Amerikaanse generaal George Patton voor de redding van de beroemde Lipizzaner paarden. Eenheden van de Wehrmacht en het Amerikaanse leger vochten toen samen tegen een SS-infanteriebataljon om de paarden in veiligheid te brengen.


Plaats van gebeuren was het dorp Hostau in het toenmalige Sudetenland (thans Hostoun in Tsjechië). Door de opmars van het Rode Leder dreigden de sierlijke witte paarden in handen te vallen van de Sovjet-Russen, wat het einde zou betekend hebben voor de Spaanse ruiterijschool van Wenen. De Duitsers namen toen contact op met de vanuit het westen oprukkende Amerikanen om de dieren in veiligheid te brengen. Generaal Patton, die een zwak had voor paarden, ging onmiddellijk akkoord. Zo gebeurde het dat tijdens de laatste dagen van de oorlog de zogenaamde operatie Cowboy tot een succes uitgroeide.

Amerikaanse en Duitse soldaten, gesteund door anticommunistische kozakken die als 'cowboys' optraden, brachten de waardevolle paarden in veiligheid. Enkel werden ze gehinderd door twee aanvallen van de Waffen-SS maar zonder veel erg. Er vielen een paar doden maar geen enkel paard ging tijdens deze gevechten verloren. Toen er ook nog enkele Sovjet-tanks van het type T-34 aan de horizon verschenen, staakten de SS'ers het gevecht en brachten zichzelf in veiligheid. 

Ook tijdens de 'slag' om het kasteel van Itter in Oostenrijk vochten Amerikanen en eenheden van de Wehrmacht samen tegen de Waffen-SS. Maar dat is weer een ander verhaal.

donderdag 25 januari 2024

Brinckman-leugens over Staf de Clercq

Bart Brinckman is een van de vele journalisten die werkzaam zijn bij de door de overheid gesubsidieerde krant De Standaard. U weet wel de krant die zichzelf durft een kwaliteitskrant te noemen. In het spoor van zijn leermeester Marc Reynebeau pleegt deze Brinckman zo af en toe een stuk over het Vlaams-nationalisme. Zijn gebrek aan kennis en scholing verstopt hij door het beweren van allerlei valse voorstellingen, fakenieuws en andere verdraaiingen van de geschiedenis.

Afgelopen woensdag, 24 januari was het weer zover. Onder de titel Waarom extreemrechtse flaminganten samenleggen om een praalgraf te kopen publiceerde hij een stuk vol roddels en kwaadsprekerij. Hierin werden de mensen van de Werkgroep Kesterheide in een verdacht daglicht geplaatst. Zelf kregen ze niet de kans om te reageren in het artikel. Hun mening was van geen tel. Neen, journalist Brinckman, u weet wel werkzaam bij een krant die zichzelf een kwaliteitskrant noemt, was voor geen zier geïnteresseerd in hun opinie. 

Brinckman was deze keer vooral gebeten op Staf de Clercq, de leider-stichter van het VNV. In zijn sensatiestuk, want meer is het niet, verkocht DS-journalist de meest grote onzin over deze historische figuur. Zo zou de VNV-leider in zijn partijkrant geschreven hebben dat de "joden geen recht hebben zich onder ons voor te doen als gelijkgerechtigden. Waar zij op straat, in de rijen voor de winkels, in de middelen van vervoer het woord willen nemen, moet hen het zwijgen worden opgelegd, niet alleen omdat zij principieel ongelijk hebben doch omdat zij joden zijn en geen stem in het kapittel hebben". Dit citaat zou dus van de hand van Staf de Clercq zijn, en verschenen zijn op 20 november 1941 in Volk en Staat. Nu dat klopt. Alleen is het citaat niet afkomstig uit de koker van de VNV-leider maar wel van de hand van Joseph Goebbels, Hitlers minister van Propaganda. Eenieder kan dit citaat terugvinden op de gedigitaliseerde versie van de krant op de webstek van de Koninklijke Bibliotheek (KBR-belgicapress) - met dank aan Johan Daelman van de Werkgroep Kesterheide

En dat De Clercq, als gevolg van de weigering van het Brusselse stadsbestuur om de joden een Davidsster te laten dragen zoals de bezetter dat eiste, woedend reageerde en tot een jacht op joden en verklikking bij de SS opriep, is ook een onwaarheid. Niet alleen was de SS de doodsvijand van de VNV-leider tijdens de bezetting maar Lieven Saerens, toch wel de specialist ter zake, maakt er nergens melding van in zijn boeken.

Het is de eerste en tevens laatste keer dat we hier aandacht besteden aan deze Brinckman en zijn leugens. We hebben wel wat beters te doen. Als straf zou Brinckman verplicht moeten worden enkele boeken van Goebbels te lezen. Van deze boer Brinckman lust ik alvast geen eieren meer. 


zaterdag 20 januari 2024

Strijd om de Baltische Eilanden in 1917

In deel 47 van de door uitgeverij Aspekt uitgegeven boekenreeks De Grote Oorlog. Kroniek 1914-1918 verscheen zopas mijn artikel over Operatie Albion, of de Duitse landing op de Baltische Eilanden (1917), p. 135-152. De strijd om de drie Baltische Eilanden werd na korte tijd ten voordele van de Duitsers beslist. Het is een kleine bijdrage aan een stukje onbekende geschiedenis van de Grote Wereldbrand.